Un voisin s’est présenté, tenant en main les avis que j’avais placardés sur les murs du quartier.
Avec un sourire large et indélicat, il menaça de prévenir les autorités.
Quand un homme d’action est réduit à l’impuissance, il se réfugie dans des réflexions empreintes de gravité et trouve l’apaisement par la méditation.
Une brume d’automne s’est levée, envahissant les rues.
Dépité, j’ai accroché ma casquette de contrôleur au clou servant de patère, démonté mes catapultes et décidé d’une longue promenade nu-tête, un peu de pluie rafraîchirait mes idées.
La nuit commençait, je n’ai pas jugé utile de longer le canal avec l’espoir d’apercevoir la femme de l’autre côté de l’eau.
Laissant le hasard guider mes pas, j’ai suivi un chemin sinueux dérivant entre les bâtiments de la vieille ville, une couleur grise et une odeur mouillée, des façades aux portiques noires surmontées par des oriflammes jaunes, le tout parsemé d’impasses étroites.
À l’extrémité de l’une d’elles, j’ai reconnu mon vieil ami, le lampadaire philosophe.
Je me suis installé à son pied et je l’ai écouté raconter son aventure depuis notre dernière rencontre (voir ma chronique du 14 décembre 2022).
À l’endroit de sa première installation, le grésillement de son ampoule importunait les passants et de nombreuses plaintes furent transmises au bourgmestre.
On le débrancha afin de le remplacer par un modèle moderne.
Pour lui, on chercha une place où il ne dérangerait personne.
Il fut remisé au bout d’une série d’entrepôts vides et de maisons abandonnées, à l’arrière d’un dépôt de poubelles et à gauche de l’entrée d’un local de distribution alimentaire.
Mon lampadaire prétendait qu’il répandait de la lumière sur l’humanité miséreuse et recalée des grandes villes.
Il affirma qu’être utile est nécessaire à chacun, il y eut un hoquet comme si toute l’électricité de la ville hésitait, puis une surtension a eu raison de son dernier filament.
Utrecht, après l’enterrement de mon ami chez un ferrailleur
de moins en moins de lampadaires, c’est de plus en plus d’obscurité
Originele Nederlandse versie
René Gori en de tragische terugkeer van de lantaarnpaal van de filosoofrs meeuw
Een buurman kwam opdagen met de berichten die ik op de muren van de buurt had opgehangen.
Met een brede, schaamteloze glimlach dreigde hij de autoriteiten in te lichten.
Wanneer een man van actie tot onmacht wordt gereduceerd, neemt hij zijn toevlucht tot ernstige overpeinzingen en vindt hij genoegdoening in meditatie.
Een herfstmist steeg op, en overspoelde de straten.
Neerslachtig hing ik mijn controleurspet aan de kapstok, ontmantelde mijn katapulten en besloot een lange wandeling te maken met ontbloot hoofd, een beetje regen zou mijn gedachten verfrissen.
Aangezien de avond begon te vallen, vond ik het niet de moeite waard om langs het kanaal te lopen in de hoop de vrouw aan de andere kant van het water te zien.
Ik liet me leiden door het toeval en volgde een kronkelend pad tussen de gebouwen van de oude stad, met een grijze kleur en een natte geur, gevels met zwarte portieken met daarop gele banieren, allemaal bezaaid met smalle doodlopende straatjes.
Aan het eind van een ervan herkende ik mijn oude vriend, de filosofische lantaarnpaal.
Ik ging aan zijn voet zitten en luisterde naar zijn verhaal sinds onze laatste ontmoeting (zie mijn column van 14 december 2022).
Op de plaats van zijn eerste installatie stoorde het geknetter van zijn lamp de voorbijgangers en vele klachten werden naar de burgemeester gestuurd.
Hij werd afgebroken en vervangen door een modern model.
Er werd een plaats voor gevonden waar het niemand zou storen.
Hij werd geplaatst aan het einde van een reeks lege pakhuizen en verlaten huizen, aan de achterkant van een vuilnisbelt en links van de ingang van een voedseldistributiecentrum.
Mijn lantaarnpaal beweerde licht te werpen op de ellendige, mislukte mensheid van de grote steden.
Het beweerde dat nuttig zijn noodzakelijk is voor iedereen, er was een hik, alsof alle elektriciteit in de stad aarzelde, toen een stroomstoot de laatste gloeidraad uitschakelde.
Utrecht, na de begrafenis van mijn vriend bij een schroothandelaar
steeds minder straatverlichting betekent steeds meer duisternis…
liste des chroniques
dès 2024
pour le plaisir et bien d’autres choses… / voor plezier en vele andere dingen…
De la solitude des lampadaires, que sait-on ?