René Gori et le damier hélicoïdal

La Ville d’Utrecht (pas celle qu’on imagine, mais celle qui existe quelque part) se prépare pour la fête, alors mon cœur bondit de joie et je propose une figure agréable à mon miroir.

Depuis trop longtemps, je vivais avec une sœur nouvelle, la monotonie.

Je somnolais devant l’absence de désirs et d’aventures, ruminant les anecdotes passées et observant les castors disputer aux canards la portion du canal établie sous mes fenêtres.

Je demeurais dans le silence d’une ville oubliée, disparue et désertée de ses habitants, une ville dans la sidération d’une pandémie, mais cette fois-ci sans autres maladies que celles qui ternissent et rabougrissent les âmes humaines.

Puis après l’aube, le bruit du clapet de ma boîte aux lettres.

À l’intérieur et vite décacheté, un courrier du Bourgmestre, papier vélin et odeur de jasmin, m’invitant personnellement à l’inauguration du quartier nouvellement érigé à la périphérie – La Ferblanterie.

Pareille aubaine ne se refuse pas.

Il est indiqué qu’il y aura un orchestre et du tango, des ballons à l’hélium, du fromage des polders, la plus belle fille du monde avec sa couronne de Miss Utrecht, une démonstration de natation finlandaise et le passage de deux girafes sur l’horizon, l’une s’appelant : l’élégance, l’autre : le déséquilibre.

Ma curiosité est titillée en apprenant que l’architecte a travaillé selon le concept du damier hélicoïdal, autrement dit, de l’ordre dans la courbe.

Je m’étonne de cette proposition étrange, alors il faut que je rase ma barbe de trois jours.

J’ai décidé d’être propre et bien mis en toute circonstance, surtout devant un mystère.

Utrecht, en peignant le blaireau du rasage

aux yeux des monstres, sommes-nous des monstres ?

Originele Nederlandse versie

René Gori en het spiraalvormige dambord

De stad Utrecht (niet degene die je je voorstelt, maar degene die ergens bestaat) maakt zich klaar voor het feest, dus mijn hart maakt een sprongetje van vreugde en ik stel een aangenaam figuur voor aan mijn spiegel.
Te lang had ik geleefd met een nieuw zusje, monotonie.
Ik sluimerde in de afwezigheid van verlangen en avontuur, piekerde over anekdotes uit het verleden en keek naar de bevers die met de eenden wedijverden om het stuk kanaal onder mijn ramen.
Ik sluimerde in de stilte van een vergeten stad, verdwenen en verlaten door haar inwoners, een stad in de roes van een pandemie, maar deze keer zonder andere ziekten dan die welke de menselijke ziel aantasten en verdoven.
Toen, na zonsopgang, klonk het geluid van de klep van mijn brievenbus.
Binnenin, snel opengemaakt, zat een brief van de burgemeester, op perkamentpapier en geurend naar jasmijn, waarin hij me persoonlijk uitnodigde voor de opening van de nieuwe wijk aan de rand – Tinnegieterij.
Zo’n kans kon ik niet laten schieten.
Er staat dat er een orkest en tango zullen zijn, heliumballonnen, polderkaas, het mooiste meisje ter wereld met haar Miss Utrecht-kroon, een Finse zwemdemonstratie en twee giraffen die over de horizon trekken, de ene heet elegantie, de andere onevenwichtigheid.
Mijn nieuwsgierigheid wordt gewekt als ik hoor dat de architect heeft gewerkt volgens het concept van het spiraalvormige dambord, met andere woorden, orde in de curve.
Ik ben verbaasd over dit vreemde voorstel, dus ik moet mijn baard van drie dagen afscheren.
Ik heb besloten om onder alle omstandigheden netjes en opgeruimd te zijn, vooral als ik voor een mysterie sta.

 

Utrecht, de scheerkwast schilderen

in de ogen van monsters, zijn wij monsters?

pour le plaisir et bien d’autres choses… / voor plezier en vele andere dingen…

1 commentaire

Laisser un commentaire

Votre adresse e-mail ne sera pas publiée. Les champs obligatoires sont indiqués avec *