L’autre jour, un voisin m’a apporté un Strudel aux pommes et au miel orné d’un papillon en massepain. Des ailes fines, d’une teinte jaune et orange, saupoudrées de sucre vanillé, le tout surmonté par deux antennes en chocolat.
Il s’est présenté sous le nom de monsieur van Moof, originaire de Leiden, travaillant jadis pour l’agence spatiale.
Désormais à la retraite, il s’occupe d’entretenir le graissage des rouages des derniers moulins publics de Hollande. Un patrimoine que la modernité a peu à peu effacé du paysage.
Ce doit être un original.
Qui peut encore espérer à notre époque que la conquête de l’espace se révèle d’une quelconque utilité ou que les bras de toile s’agitant sous le vent sont autre chose qu’un souvenir perdu.
Pour ma part, j’aime l’observation des étoiles, mais sans aucun désir de m’y rendre. La vue d’un moulin brassant l’air de la plaine stimule mes envies de poésie.
Monsieur van Moof parle de roues dentées, de la diagonale du vent et de l’azimut des astres.
Pour ma part, je raconte tout ce que savent les lampadaires du sens de la vie, je fait part de mon admiration pour les libellules tam-tam veillant sur les âmes des morts, de ma connaissance des girafes danseuses de pluie et de ma découverte de l’existence de géants fabriquant nos neiges hivernales en râpant les cratères de la lune.
Tout en discutant, nous avons mangé la pâtisserie jusqu’à la dernière miette. J’avais préparé un café filtre très sucré, il n’en est rien resté non plus.
Nous nous sommes quittés le ventre ballonné, promettant de nous revoir et de papoter autours des merveilles du monde.
Van Moof est un petit monsieur avec une moustache qui remonte jusqu’aux lobes de ses oreilles, ses sourcils sont inégaux et son nez ressemble à un bouton d’ascenseur.
Utrecht, en faisant la vaisselle, pour une fois avec le sourire
La poésie ne se niche pas dans les histoires utiles
Originele Nederlandse versie
René Gori en de vrolijke gerechten
Laatst bracht een buurman me een strudel met appel en honing met daarop een marsepeinen vlinder. Dunne vleugels, geel en oranje, bestrooid met vanillesuiker, met daarop twee chocolade-antennes.
Hij stelde zich voor als de heer van Moof, een Leidenaar die vroeger bij de ruimtevaartorganisatie werkte.
Nu hij met pensioen is, is hij bezig met het smeren van de wielen van de laatste openbare molens in Nederland. Een erfgoed dat de moderniteit geleidelijk aan uit het landschap heeft gewist.
Hij moet wel origineel zijn.
Wie kan in deze tijd nog hopen dat de verovering van de ruimte enig nut heeft, of dat de in de wind wuivende armen van het canvas iets meer zijn dan een verloren herinnering.
Ikzelf geniet van sterrenkijken, maar heb geen zin om daarheen te gaan. De aanblik van een windmolen die de lucht op de vlakte beroert, stimuleert mijn poëtische verlangens.
Meneer van Moof heeft het over tandwielen, de diagonaal van de wind en de azimut van de sterren.
Wat mij betreft, ik vertel alles wat de lantaarnpalen weten over de zin van het leven, ik deel mijn bewondering voor de tam-tam libellen die waken over de zielen van de doden, mijn kennis van de regendansende giraffen en mijn ontdekking van het bestaan van reuzen die onze wintersneeuw maken door de kraters van de maan te raspen.
Terwijl we praatten, aten we elke kruimel van het gebak op. Ik had een heel zoete filterkoffie gezet, maar ook daarvan was niets meer over.
We vertrokken met een opgeblazen buik en beloofden elkaar weer te ontmoeten om over de wonderen van de wereld te praten.
Van Moof is een kleine man met een snor tot aan zijn oorlellen, zijn wenkbrauwen zijn ongelijk en zijn neus lijkt op een liftknop.
Utrecht, de afwas doen, voor één keer met een glimlach
Poëzie nestelt zich niet in nuttige verhalen
liste des chroniques
dès 2024
pour le plaisir et bien d’autres choses… / voor plezier en vele andere dingen…
Monsieur Gori, si la vaisselle vous met de bonne humeur, vous passez chez moi quand vous voulez!