René Gori et les habits gris

Dans la rue la plus clinquante d’Utrecht, trône le musée officiel de l’art moderne, un bâtiment carré sans fenêtres avec l’apparat lisse d’un empilement de plaques en marbre noir : « Le Collapse  Muséum », le LCM pour les habitués.

Je dispose d’un sens aigu de l’abstraction et je sais parfaitement réaliser des œuvres modernes établies par des concepts émergeant de la part vide et sombre de mon être, car j’ai la prétention de l’artiste autodidacte et accompli.

Récemment, sûr de la qualité de mon dernier travail expérimental, je me suis présenté en exigeant de rencontrer la personne chargée des expositions.

À force d’insistance, on m’a admis dans le bunker de la cheffe de service du bureau de la prospective des acquisitions à venir, soit la personne la plus importante du domaine de l’art dans notre ville, bien sûr, après le ministre.

Sous une lumière triste et électrique, cette femme à la tenue impeccable me toise depuis son siège, alors seulement je remarque son âge et ses habits gris.

Dans la pièce flotte une odeur appartenant déjà au passé, un effluve entre le Chanel et la naphtaline.

Utrecht, avec la nostalgie des peintures d’Abraham Bloemaert 

belle fourrure ne fait pas beau lapin

Originele Nederlandse versie

René Gori en de grijze kleren

In de meest glimmende straat van Utrecht staat het officiële museum voor moderne kunst, een vierkant gebouw zonder ramen en getooid met het gladde uiterlijk van een stapel zwarte marmeren platen: « Het instortingsmuseum », het HIM voor de stamgasten.

Ik heb een sterk gevoel voor abstractie en ben heel goed in het maken van moderne werken op basis van concepten die voortkomen uit het lege en donkere deel van mijn wezen, want ik heb de pretentie van de autodidact en de volleerde kunstenaar.

Onlangs heb ik, zeker van de kwaliteit van mijn laatste experimentele werk, mezelf voorgesteld en geëist de verantwoordelijke voor de tentoonstellingen te ontmoeten.

Door aandringen werd ik toegelaten tot de bunker van het hoofd van de afdeling voor toekomstige aankopen, de belangrijkste persoon op het gebied van kunst in onze stad, natuurlijk, na de minister.

Onder een triest, elektrisch licht staart deze onberispelijk geklede vrouw mij aan vanaf haar stoel, pas dan vallen mij haar leeftijd en haar grijze kleding op.

De kamer ruikt naar iets uit het verleden, iets tussen Chanel en mottenballen in.

Utrecht, met de nostalgie van de schilderijen van Abraham Bloemaert

mooie vacht maakt nog geen mooi konijn

pour le plaisir et bien d’autres choses… / voor plezier en vele andere dingen…

Laisser un commentaire

Votre adresse e-mail ne sera pas publiée. Les champs obligatoires sont indiqués avec *