la gloire n’est pas glorieuse
Traité sur l’application intelligente de la musique dodécaphonique
René Gori
En partant du constat que la diffusion des œuvres de Mozart dans les étables favorisait la lactation des bovidés, René Gori démontre que les bénéfices engendrés par la relation entre l’intelligence et l’interprétation des musiques dodécaphonistes est aussi significative que prétendue.
En février 1964, le groupe de recherches agronomiques et musicales (GRAM) publiait une très importante étude sur la multiplication des dissonances (+ 61%) dans les brass band du nord du Sussex.
Le directeur de l’étude, le Docteur Francis Loupenc, affirme constater une grande baisse de la vélocité cognitive (-16%), particulièrement chez les joueurs de bugles.
René Gori a développé le postulat que si les partitions linéaires aux accents martiaux provoquent une forte diminution neuronale, il est probable que des compositions non linéaires, telles celles d’Arnold Schönberg, stimulent l’imagination et provoquent une augmentation du potentiel intellectuel.
Le travail de René Gori s’est focalisé sur les écrits publiés par des auditeurs réguliers de la musique contemporaine. Il démontre que le niveau du vocabulaire utilisé est largement supérieur à la moyenne de la population occidentale.
Cette découverte indique que la cohorte choisie dispose d’un QI stupéfiant et peu répandu.
Fort de ces constatations, René Gori expose dans les 187 pages de ce traité, la meilleure manière de mettre à profit les effets bénéfiques de la musique dodécaphonique.
À lire absolument si l’on veut développer son potentiel personnel et étonner ses voisins.
(1970 – épuisé) – Éditions Épuisées : réédition du 4e de couverture (février 2024)
glorie is niet glorieus
Een verhandeling over de intelligente toepassing van twaalftoonsmuziek
René Gori
Gebaseerd op de observatie dat het uitzenden van Mozarts werken in koeienstallen de lactatie van het vee bevorderde, toont René Gori aan dat de voordelen die voortkomen uit de relatie tussen intelligentie en de interpretatie van Dodecafonische muziek net zo significant zijn als wordt beweerd.
In februari 1964 publiceerde de Groep voor landbouwkundig en muzikaal onderzoek (GRAM) een belangrijk onderzoek naar de verspreiding van dissonantie (+ 61%) in brassbands in North Sussex.
De directeur van het onderzoek, Dr. Francis Loupenc, stelde dat er een significante daling was in cognitieve snelheid (-16%), vooral bij bugelblazers.
René Gori ontwikkelde de hypothese dat als lineaire partituren met martiale boventonen een scherpe neuronale daling veroorzaken, het waarschijnlijk is dat niet-lineaire composities, zoals die van Arnold Schönberg, de verbeelding stimuleren en leiden tot een toename van het intellectuele potentieel.
René Gori’s werk richt zich op de geschriften van regelmatige luisteraars van hedendaagse muziek. Hij toonde aan dat het niveau van de gebruikte woordenschat ver boven het gemiddelde van de westerse bevolking lag.
Deze bevinding geeft aan dat het gekozen cohort een verbazingwekkend en ongewoon IQ heeft.
Op basis van deze observaties zet René Gori in de 187 pagina’s van deze verhandeling uiteen hoe je de heilzame effecten van twaalftoonsmuziek het beste kunt benutten.
Een must-read als je je persoonlijke potentieel wilt ontwikkelen en je buren wilt verbazen.
(1970 – uitverkocht) – Edities Uitverkocht: herdruk van de 4e omslag (feb. 2024)